Ik kwam laatst voorbij m’n oude studentenhuis waar ik 7 jaar lang gewoond heb. Sommige zullen de studentenflat kennen aan de Jacob Canisstraat. Dan weet je dat het geen aanlokkelijk beeld is. De kamers zijn klein, opgelijnd aan een lange gang en de keuken doet denken aan een bunker. Als ik er nu langs kom, denk ik: ‘hoe heb ik het daar in godsnaam zo lang volghouden’.
Zo denk ik over een paar jaar misschien ook wel over het voetballen in het eerste. Uni VV straalt aan de buitenkant niet veel uit. Geen kantine, geen materiaalman, geen grensrechter, geen inloopshirts. Waar een eerste elftal speler normaal gesproken in de watten wordt gelegd, doen we hier alles zelf. Dat is de charme. Maar vaak ook het euvel. En soms komt dat in één wedstrijd allemaal bij elkaar. Ik neem jullie mee naar FC Zutphen thuis, zo’n 3 jaar geleden:
We hadden om te beginnen uiteraard maar 11 en een halve speler. Niks nieuws onder de zon. Verzamelen om kwart voor 1. Om 1 uur is iedereen er. Zutphen komt met de bus. Zij hebben daar budget voor. Die bus kan de parkeergarage niet in. Ik loop naar het parkeerterrein om te zorgen dat ze ergens anders kunnen parkeren. Vervolgens snel terug naar het sportcafé om de scheids te ontvangen en een bakje koffie te geven. Het is 13.15. Snel naar de kleedkamer: omkleden. We hebben eenmalig de kleedkamer binnen, want buiten zijn ze aan het verbouwen.
Vlak voor ik bij de kleedkamer ben rennen Sem en JobvS al sprintend naar buiten. “De tenues liggen nog thuis”. Ach, dat kan ook er ook nog wel bij. We wachten ongedurig in de kleedkamer. Ondertussen sturen we fitnissers, volleyballers, wandklimmers en squash-spelers weg, die willen omkleden in hun gebruikelijke kleedkamer: “nee, vandaag is dit een voetbalkleedkamer”. 20 minuten voor tijd zijn ze terug met de tenues. Zutphen is al lang en breed met het positiespel bezig. Als wij een kwartier voor tijd met de warming-up starten, druipt het oordeel van hun gezicht af: ‘wat is dit voor zooitje ongeregeld’. Wij besluiten dat deze gebrekkige aanloop alleen maar in ons voordeel kan zijn. En we starten nog scherp ook. Dat is ook Uni VV.
Het blijft lang 0-0. Vlak voor rust denk ik: “even naar de wisselspelers roepen dat ze thee moeten halen voor de rust”. Dat is onderhand ook gewoonte geworden. Maar er zit natuurlijk niemand op de bank, want die staat te vlaggen. Fuck it, dan maar geen thee. Ik bied m’n excuses wel aan na de wedstrijd. Het blijft 0-0 tot het rustsignaal.
We peppen elkaar nog eens op in de kleedkamer. Volhouden boys! Na rust vrij snel 2-0. Onze Italiaanse trainer staat weer eens tekeer te gaan tegen de scheidsrechter. Ook niet voor het eerst. Ik sta te schreeuwen dat-ie stil moet zijn. Niet omdat ik me er enorm aan irriteer (wat ik wel doe), maar omdat ik bang ben dat als hij geel krijgt, ze bij de KNVB gaan zien dat hij helemaal geen trainerslicentie heeft. En dan hebben we de week erop een nog groter probleem. Het wordt uiteindelijk 4-0.
En zo is dat seizoenen lang doorgegaan. Maar waarom heb ik het dan toch zo lang volgehouden, denk je dan! Nou…
Omdat ik me vanaf dag 1 thuis voel bij Uni VV, ik ben hier volwassen geworden als jong studentje tussen de oude mannen. En werd uiteindelijk zelf een oude man tussen de jonge studenten.
Omdat Uni VV 1 de ideale combinatie is van ouwehoeren en lekker voetballen zonder alle pretenties en opsmuk waarvan sommige clubs vinden dat het erbij hoort.
Omdat er niks lekkerder is dan na een moeizame dag werken 7 tegen 7 te spelen met 2 keepers op grote goals. Op het scherpst van de snede. Misschien nog wel feller dan op zaterdag. En het liefst daarna in een afwerkvorm alle ballen van je medespelers becommentariëren.
Omdat er niks mooiers is dan winnen bij Redichem. In de bestuurskamer zitten bij Zutphen of een biertje te drinken met de materiaalman van Oeken.
Omdat er geen betere plek is om je zorgen te vergeten dan in de kleedkamer. Of soms juist je zorgen te delen.
Want misschien wel de belangrijkste reden voor mijn 11 seizoenen hier zijn de mensen die ik heb leren kennen. Bram, Wiltjo, Peter, Sem, Steven, Flipse, Dirk, Joost, C’tje, Joris, Sjoerd en dan kan ik nog wel even doorgaan. Uni VV 1 heeft een enorme aantrekkingskracht op jongens die zichzelf niet te serieus nemen. Jongens die de liefde voor het spelletje delen en daar graag over napraten in de derde helft. Het zijn je voetbalvrienden. Geen mensen bij wie je de deur privé plat loopt. Maar waar je wel 3x in de week mee in een kleedkamer zit en het liefst ook nog in de kroeg. Dat maakt voetballen hier zo mooi. En waarschijnlijk kom ik er in november achter: dat ik dat helemaal niet kan missen.