De belangrijkste conclusies:
– Uit Bruno’s post blijkt dat alleen de nummer 11 (laatst) degradeert uit onze klasse.
– Er zijn twee periodes van 10 wedstrijden die elk een periodekampioen oplevert
– De beste op de eindranglijst zonder (periode-)titel is de derde periodekampioen
– Mochten we 1 van de 3 periodetitels winnen is de weg naar de 2e klasse 5 wedstrijden lang
Uit het Bewaarnummer Landelijk + Oost 2010-2011 valt dit te destilleren.
(1.21.1 Algemene Bepalingen)
1b. De competitie voor klassen bestaande uit een oneven aantal teams (11, 13 of 15) wordt in twee perioden verdeeld (zie artikel 5), te weten:
Voor de klassen bestaande uit 11 teams geldt:
– een eerste periode van 10 wedstrijden (wedstrijddagen 1 t/m 11);
– een tweede periode van 10 wedstrijden (wedstrijddagen 12 t/m 22).
Lid 5 is ook van toepassing:
5. Voor de klassen bestaande uit een oneven aantal teams met twee perioden en drie periodekampioenen geldt: a. Als de periodekampioen van de eerste periode ook in de tweede periode bovenaan eindigt, wordt de
nummer 2 van de tweede periode aangemerkt als vervangende periodekampioen.
b. Het team dat in de eindrangschikking van de competitie in een klasse met een oneven aantal teams de
meeste punten heeft behaald en dat nog geen periodekampioen is of als zodanig is aangemerkt, wordt in
deze regeling als periodekampioen van de derde periode aangemerkt.
c. Indien op grond van het aantal punten in de eindrangschikking hiervoor meerdere teams in aanmerking
komen, is het doelsaldo van de oorspronkelijke competitie beslissend.
d. Indien ook het doelsaldo gelijk is, zal een beslissingswedstrijd respectievelijk een halve competitie worden gespeeld op de wijze zoals vermeld in artikel 8 van deze regeling.
Waar baseer ik op dat we toch drie periodekampioenen hebben? Op het schema van de nacompetitie (7.8.2 Promotie-/degradatiewedstrijden in relatie tot periodekampioenschappen):
Er zal worden gestreden via een vooraf vastgesteld schema in een uit- en thuiswedstrijd. De winnaar gerekend over deze twee wedstrijden plaatst zich voor de halve finale welke ook weer wordt afgewerkt via een uit- en thuiswedstrijd. De winnaars van de beide halve finales plaatsen zich vervolgens voor de finalewedstrijd ( op neutraal terrein ).
In het onderstaande overzicht zijn de te spelen wedstrijden al benoemd met een wedstrijddatum. Dit is uiteraard een conceptspeelplan uitgaande van de beoogde einddatum van de reguliere competitie.
1e ronde – 21/24 mei
Nr. 12 2G – per. 2 3B (1)
Nr. 11 2G – per. 3 3A (2)
per. 2 3A – per. 1 3B (3)
per. 1 3A – per. 3 3B (4)
2e ronde – 28 mei/4 juni
Winn. 1 – Winn. 2
Winn. 3 – Winn. 4
De datum van de finale staat niet in dit schema vermeld.
4 reacties op “Promotie, degradatie en perioderegelingen (2)”
Er hoeft toch geen finale te zijn. Er wordt nl om 2 plaatsen gestreden door de klassen 2G, 3A en 3B.
De andere klassen 2H, 3C en 3D strijden om de andere 2 plekken.
Maar bij Uni is het P-woord al gevallen. Het K-woord ook al??!!
Zal ik hier dan maar even het D-woord laten vallen? Ik herinner me nog een jaar dat we tijdens de winterstop derde stonden en aan het eind – JUIST! – d………..
Dirk?
Iets meer lettergrepen…