Maikel Staring, vriend van Koen en inmiddels supporter van UNIvv, heeft in een blog het UNIvv-gevoel vast proberen te leggen. En wat een reusachtig raak relaas is het geworden! Hulde!
UNIvv is anders
Studeren
‘Trainer Pim moet helaas aan de studie vanavond’, lees ik op de site van voetbalclub UNIvv. Uitgerekend op een avond dat ik mee mag trainen. Trainen zonder trainer, het verbaast me enorm. Dat kan dus bij UNIvv. De universiteitsclub van Nijmegen, opgericht op 1 januari 1956, is een mengeling van studenten en oud-studenten. De hooggeleerden doen dat niet zomaar. Ze acteren in de zaterdag derde klasse A Oost van de KNVB. En net als bij een andere club op prestatief niveau, wordt er naast de wedstrijd twee keer fanatiek getraind. Als het even kan, worden de collegebanken dan ingeruild voor de kalklijnen. Maar als de boeken om voorrang schreeuwen, dan is dat even zo. Volgens de universiteitsjongens is voetbal de belangrijkste bijzaak in het leven. En dat is weer een vreemde benadering voor de gemiddelde amateurtrainer. Waar menig trainer zich suf piekert over trainingen en zijn assistent drie keer per dag opbelt, is dat allemaal niet zo nodig bij UNIvv. Bij UNIvv moet het gebeuren op het veld. En daar sta ik, op een donderdagavond op het sportcomplex van de universiteit. Gestoken in een officieel trainingstenue van mijn club, terwijl de jongens van UNI in shirtjes trainen die ze zelf hebben gefinancierd. Die van Ajax, Feyenoord en NEC.
Trainen
De start van de training wordt gebruikt om koppen te tellen. Wie zijn er vanavond? Is er een keeper voor het afwerken? En is trainer Pim er ook of zit hij aan een nieuw hoofdstuk geschiedenis? Pim Geerling is naast leraar geschiedenis in opleiding de succesvolle trainer van de club. Dat hij überhaupt de oefenmeester is van de rood-zwarten is een merkwaardig verhaal. Zonder trainingspapieren kan dat formeel gezien niet. Volgens de richtlijnen van de KNVB behoort een trainer van een eerste elftal tenminste over het TC3 diploma te beschikken. Niemand van de spelersgroep heeft deze echter in het bezit. Dat maakt dat de eindverantwoordelijke een onbekende is. Een voetbalman in volledige anonimiteit die de scepter zwaait. Dat is nog eens meedenken…en niemand bij de universiteit die daar om maalt. Meedenken, daar zijn de universiteitsjongens als vanzelfsprekend goed in. Waar bij menig hoofdklasser betaalde jongens de kantjes er vanaf lopen, wordt er bij UNI hartstochtelijk getraind. De eerste twee oefenvormen voel ik aardig in de benen. Ik probeer mijn hartslag te controleren, maar in de partij hap ik naar adem. Gezien mijn eigen niveau wil ik me niet zomaar laten kennen. Poeh… wat vliegen die jongens er op. Een goede training niet afhankelijk stellen van de trainer. Geen gezeur, gemauw of gemok, maar een ijzeren discipline.
Grensrechter
Ook op de wedstrijddag zien we die discipline terug. Trainer Pim heeft namelijk geen vaste grensrechter. Wissel staan is doorgaans al niet zo populair. Voor de gemiddelde amateurvoetballer zelfs een behoorlijke dreun op het imago. Morrend en sjokkend nemen spelers plaats in de dug-out. Natuurlijk heeft de trainer het altijd bij het verkeerde eind. ‘Hoe kan die nietsnut me op de bank neerzetten’, is een veelgehoorde kreet. Maar niet bij UNIvv. Sterker nog, wegens het ontbreken van een grensrechter zijn de jongens genoodzaakt om deze taak zelf te verdelen. Latje trappen in de warming-up is een steevast ritueel om de schlemiel van de dag te bepalen. Verliezen wil je absoluut niet! Ik zie mezelf al thuis komen, waar mijn vrouw me wekelijks vraagt: ‘Lekker gespeeld schat?’. Alles moet uit de kast om te bekennen dat je de bal niet eens aan hebt mogen raken. ‘Nou nee, ik moest vlaggen’. Dat komt toch je strot niet uit? Een taak voor een absolute lozer. Behalve bij UNIvv.
Imago
Jezelf kunnen wegcijferen voor een elftal, is dat dan het Univv gevoel? Om een beetje van de sfeer te proeven besluit ik de thuiswedstrijd tegen vv. Ostrabeke te bezoeken. Het blijkt een uitstekend moment. Een groter contrast had ik niet kunnen treffen. Waar de betaalde jongens van ‘City aan de Rijn’ in getailleerde warmloopshirts keurig hun voorbereiding afwerken, is er nog geen UNIvv-er op het veld gesignaleerd. Enkele Oosterbekers kijken bezorgd naar de lege helft van het veld. Het ziet er net als het sportpark koud en kil uit. De meegereisde supporters vergelijken de sfeer zelfs met de ambiance van een crematorium. Staan we wel op het goede veld? Zou de wedstrijd wel om half 3 beginnen? Het klokje slaat inmiddels 14:09 en goddank, daar komen enkele jongens rustig het veld op wandelen. De 10 verschillende truien geven me de bevestiging dat het hier daadwerkelijk om UNIvv1 gaat. Een paar keer op en neer lopen lijkt genoeg. De zwart verkleurde kunstgrasballen snel oppompen, een fanatiek positiespel en enkele kreten: KOM AAN UNI! Ze zijn klaar voor de strijd.
De trainers van Ostrabeke zoeken nog naar het goede gevoel.‘Gaan we zitten of staan?’, vraagt de assistent aan zijn hoofdtrainer. ‘Staan natuurlijk’, antwoordt de man kordaat om vervolgens een blik te werpen op de zeven supporters achter zijn dug-out. Imago, wat mensen van je vinden is blijkbaar van belang. Niet voor de grensrechter van UNI. Voor het startsein kijkt hij vluchtig naar zijn collega lijnrechter of hij wel aan de goede kant van het veld staat. Ook vlagt hij bij een ingooi voor buitenspel, wat hoongelach bij de tegenstander oplevert. Hij haalt zijn schouders op en vervolgt de wedstrijd.
Het UNIvv-gevoel
De wedstrijd gaat lang gelijk tegen elkaar op. De trainers van Ostrabeke worden zenuwachtig. Verliezen van een paar doktoren die tegen een bal aan trappen kunnen ze niet verkopen. Het zal het dorp op de kop zetten, zie ik de ambitieuze hoofdtrainer denken. Gelukkig voor hem wordt zijn positie door de verdediging van UNI gered. Tweemaal matig wegwerken levert de ploeg een onnodige 0-2 nederlaag op. Opgelucht verlaat de tegenstander het veld. Na het douchen zie ik enkele verdwaalde Oosterbekers het universiteitscafé zoeken. Trainer Pim begeleidt ze. Tussen de hand- en korfballers vinden we ook enkele balende gezichten. ‘Jammer jongens, we hebben er alles aan gedaan’, spreekt de doelman al snel aan de bar. Ondanks de twee fouten in de verdediging maken de spelers elkaar geen verwijten. In plaats daarvan wordt de prestatie gerelativeerd. ‘We hebben goed tegenstand geboden jongens’. De positiviteit overheerst. Met deze instelling zetten we koers naar café Jos, de stamkroeg van de ploeg in Nijmegen Oost. Iedereen is er en de sfeer is ongedwongen. Ik hoor de meest uiteenlopende gespreksonderwerpen, zoals vrouwen, knie operaties en rechtbankzaken. De uren vliegen voorbij en onder applaus worden de afhakers naar buiten gejuicht. Peinzend over het UNIvv gevoel kondig ook ik mijn vertrek aan. De jongens bedanken me en nodigen me uit voor een volgende wedstrijd: ‘Want, je hebt het UNIvv lied nog niet gehoord!’. Het UNIvv lied. Een lied wat traditiegetrouw na elke winstpartij over het sportpark blijkt te galmen. ‘Ja, dat maakt je pas een echte UNIvv-er’, spreekt de aanvoerder. Misschien geeft dat wel het mooiste verschil weer. Geen wedstrijdpremies in de zak, maar gebroederlijk een eeuwenoud lied zingen. Dát is het Univv gevoel. En dat is anders.
Tekst: Maikel Staring
3 reacties op “UNIvv is anders”
Overigens pieker ik mij ook helemaal suf over de trainingen. Die ik dan vervolgens mis om aan de studie te zitten….
Prachtig stuk Maikel, hoe typerend, herkenbaar en confronterend kan het zijn….: ik mis het!
Wij jou ook, Huupie!