Vandaag in Trouw een artikel over de stilteretraite waar Gerben afgelopen zeven dagen aan mee gedaan heeft. Met op de foto? Juist, Gary Beldman!
Een stukje uit het artikel:
Joost van den Heuvel Rijnders neemt het woord. Hij heeft nog een paar praktische mededelingen, „voordat we straks de stilte in gaan.” Het is de bedoeling, zegt hij, dat deze week álles met aandacht wordt gedaan, dus ook de corveediensten van afwassen en wc’s schoonmaken. En: „Praten is niet fout, maar om je er niet in te verliezen, is zwijgen wel zo gemakkelijk.”
Koster: „Bedenk dat mediteren een kwestie is van evenwicht. Als je een beetje een hypochonder bent, een ongemakvermijder, probeer deze dagen dan wat strenger voor jezelf te zijn. En als je juist heel streng voor jezelf bent, probeer dan eens wat eerder te stoppen.”
Het hele artikel kun je via deze link lezen, of door op het knopje ”more’ te klikken.
Een voortreffelijk leven komt dichterbij als wij ons oefenen in deugden. In Groningen is een tiendaagse stilteretraite met boeddhistische meditatie voor de deelnemers een oefening in ’gelatenheid’. „Ik ben zóveel geduldiger geworden. Als mijn kinderen ruzie maken, geef ik ze ruimte voor hun emoties. Ik denk dan bij mezelf: niet direct reageren, maar waarnemen zonder te oordelen, zijn zonder te doen.”
Druiven plukken voor de wijnoogst bracht Frits Koster niet de vrede waar hij naar verlangde. Een geschikte studie vond hij ook al niet. Daarom trok hij in 1982 naar Azië waar hij intrad in een boeddhistisch klooster. „Ik stuurde mijn moeder een foto van mezelf met een kaal hoofd en kleurig gewaad. Daar schrok ze wel van.”
Joost van den Heuvel Rijnders trok zich in 2002 na zijn studie geschiedenis drie jaar lang terug in kloosters in Birma en Nepal. „Mijn ouders zijn me er komen opzoeken. De abt van het klooster vroeg mijn vader: mediteert u ook? Nee, zei mijn vader, maar ik lees er wel boeken over. Waarop de abt weer zei: alleen door te kijken naar een appel proef je niet de ware smaak ervan.”
In een oud schooltje in een volksbuurt in Groningen begeleiden Koster (50) en Van den Heuvel Rijnders (32) samen een tiendaagse retraite met boeddhistische vipassana-meditatie. Ze lopen op kousenvoeten door een lokaal met zacht, lichtgekleurd tapijt. Tegen de achterwand staat een immens Boeddhabeeld dat belegd is met bladgoud.
„Je kunt wijs worden door boeken te lezen of mensen te spreken”, zegt Van den Heuvel Rijnders, in het dagelijks leven docent aan een middelbare school. „Maar dat kan ook door je in te keren. Door je ogen te sluiten en in je lichaam en je geest te kijken.”
„Het maakt je opener en vriendelijker”, zegt Koster. „Je leert geduldiger omgaan met moeilijke zaken.”
De voormalige monnik schreef boeken met titels als ’Het web van wijsheid’ en ’Bevrijdend inzicht’. En om dat ’bevrijdend inzicht’ is het de dertien deelnemers aan de retraite te doen. Al mediterend – zittend of lopend, maar altijd in volstrekte stilte en bij voorkeur met de ogen geloken – oefenen zij zich in ’opmerkzaamheid’ of ’mindfulness’. ’
Je observeert en registreert wat zich van moment tot moment in of aan je voordoet in lichaam en geest’, schrijft Koster in een boekje waarin hij de basisprincipes van de vipassana-meditatie uiteenzet. En: ’Je laat het gewaar zijn steeds vergezellen van een heel licht innerlijk noteren, zonder over te hoeven gaan tot het analyseren, reflecteren of beoordelen van wat waargenomen wordt.’
De ’mindfulness’ die aldus wordt getraind, noemt Koster ’een medicijn tegen de universeel menselijke ziekte van gehechtheid of het probleem van weerstand en conflict.’
Karin Rekvelt uit Amsterdam gaat twee keer per jaar in retraite. Ze zegt: „Ik heb me lang afgevraagd: ik raak steeds uitgeput, wat doe ik niet goed?” Ze pakt een meditatiekussen en gaat op de grond zitten. „Na een tijd zoeken kwam ik uit bij aandachtsoefeningen. Die hebben me vertrouwd gemaakt met mijn adem en mijn innerlijke processen.” Al tijdens haar eerste retraite, zegt Rekvelt (48), ervoer ze ’een ongekende ruimte en erkenning’.
Maya Schroevers uit Utrecht is binnengekomen. „Ik kan gemakkelijk de realiteit uit het oog verliezen”, zegt ze. „Dan leef ik in een soort droomwereld. Deze vorm van meditatie houdt me nuchter.” Volgens Schroevers (34) is de retraite ’een kwestie van even control-alt-delete’. „Kijken: wat is er nú.”
Wat ze leren in de meditatie, zeggen de vrouwen, passen ze toe in hun leven van alledag.
Karin Rekvelt: „Steeds vaker stop ik om even waar te nemen. Ik ben zóveel geduldiger geworden. Als mijn kinderen ruzie maken, geef ik ze ruimte voor hun emoties. Ik denk dan bij mezelf: Karin, niet direct reageren, maar waarnemen zonder te oordelen, zijn zonder te doen.”
Maya Schroevers: „Donderdagavond om half elf stuurde een collega me een sms dat ze me een document had gemaild. Ik vroeg me af: moet ik dat nu bekijken? Mijn perfectionisme zou ’ja’ zeggen, maar ik dacht nu: aan deze prikkel hóef ik niet toe te geven. Door meditatie ben ik daar milder in geworden. Ik heb een soort gelatenheid ontwikkeld.”
Bij de middeleeuwse Duitse mysticus Meister Eckhardt betekende gelatenheid zoveel als „een staat van pure ontvankelijkheid”, zei filosoof Gerard Visser vorige week in Trouw. Visser pleitte ervoor ’gelatenheid’ te beschouwen als een deugd, die, als wij ons daarin oefenen, kan bijdragen aan een voortreffelijk leven. Gelatenheid is volgens hem namelijk „een houding waarbij ons denken, spreken en handelen niet wordt bepaald door zelfzuchtige motieven”.
„Als boeddhist voel ik wel verwantschap met een mysticus als Eckhardt”, zegt Frits Koster. „Om zich te bezinnen op het leven gaan de christelijke mystici net als de boeddhisten bij zichzelf te rade.”
De gelatenheid van Eckhardt doet Joost van den Heuvel Rijnders denken aan ’gelijkmoedigheid’, zegt hij. „Dat streven wij ook na: evenwichtigheid van geest, vrede met hoe het leven zich ontvouwt.”
Dat begrip ’evenwicht’ is volgens Frits Koster van belang. „De Boeddha gebruikt de term ’middenweg’. Dat betekent dat je niets van wat zich aan je voordoet wegduwt of uitsluit, maar ook niets negeert.”
Wie tijdens het mediteren gedachten of prikkels probeert ’weg te duwen’, zegt Joost van den Heuvel Rijnders, slaat door. „Als je denkt: ik mag nergens aan denken, ik móet nu rustig zijn, bereik je je innerlijke evenwicht niet.”
Maya Schroevers herkent dat. Ze zoekt naar een geschikte metafoor en zegt dan: „Het is als een volumeknopje. Je stelt het steeds een beetje bij, totdat je het juiste niveau hebt gevonden. Als je de knop te veel naar de ene kant zet, ben je te weinig gelaten en erg gedreven. Te veel naar de andere kant betekent dat je te veel gelatenheid hebt. Dan word je lui. Het juiste midden leer ik te vinden door regelmatig op mijn meditatiekussen te gaan zitten.”
Ondertussen druppelen de andere deelnemers aan de retraite het gebouw binnen. Iedereen zet zijn schoenen onder de kapstok en schuift in de keuken aan voor een maaltijd van linzensoep en boterhammen. Een enkeling ziet een bekend gezicht, maar de meesten kennen elkaar niet. Dat hoeft niet te veranderen, het gaat hier tien dagen lang om de confrontatie met de stilte en jezelf.
Voor velen, zegt Frits Koster, is ’ongemakkelijkheid met iets’ een reden om in retraite te gaan. „Ze ervaren drukte, stress en soms pijn. Er is die onbestemde vraag: er moet toch meer zijn tussen hemel en aarde dan het leven waar ik in zit?”
Joost van den Heuvel Rijnders: „Na een eerste kennismaking merken mensen iets van de helende kracht van mindfulness, en dat ze daarmee verder kunnen. De geest zuiveren, daar gaat het om. Aandacht, vertrouwen, gelijkmoedigheid – zulke positieve krachten kunnen dan naar voren komen.”
„Een stukje levensgemak”, knikt Frits Koster. „Je leert hier om wat lichter te leven. Daar kun je je in trainen, net zoals je in de sportschool je spieren traint.”
Na de maaltijd slaat Koster met een hamertje op een klankschaaltje, teken dat de deelnemers zich dienen te verzamelen. Aan de voeten van het Boeddhabeeld gaan ze in een halve cirkel op de grond zitten.
Joost van den Heuvel Rijnders neemt het woord. Hij heeft nog een paar praktische mededelingen, „voordat we straks de stilte in gaan.” Het is de bedoeling, zegt hij, dat deze week álles met aandacht wordt gedaan, dus ook de corveediensten van afwassen en wc’s schoonmaken. En: „Praten is niet fout, maar om je er niet in te verliezen, is zwijgen wel zo gemakkelijk.”
Koster: „Bedenk dat mediteren een kwestie is van evenwicht. Als je een beetje een hypochonder bent, een ongemakvermijder, probeer deze dagen dan wat strenger voor jezelf te zijn. En als je juist heel streng voor jezelf bent, probeer dan eens wat eerder te stoppen.”
Straks, zegt Koster, zal hij de Birmese bel weer laten klinken. Dan is iedereen uitgenodigd voor de eerste inleidende meditatieoefeningen in de bovenzaal. Tot die tijd hebben de deelnemers nog een paar minuten om de laatste praktische zaken te regelen en eventueel nog iets tegen elkaar te zeggen.
De gelatenheid die ze zo heilzaam vindt, zegt Karin Rekvelt, moet niet opgevat worden als matheid of ongevoeligheid. „Natuurlijk ervaar ik soms nog wanhoop of boosheid, maar dat wijs ik niet af.”
Maya Schroevers: „De pieken en dalen blijven. Maar daar reageer je steeds gelijkmoediger op. Dan ervaar je misschien afgunst, maar daarbij denk je: nou, dan is die afgunst er maar.”
Daar klinkt de Birmese bel. Een voor een stommelen de deelnemers de trap op en zoeken een plaats op de grond, op een kussen of een meditatiebankje. Frits Koster maakt zijn broekriem los – knellende kleding hindert de meditatie.
„Misschien kun je mediteren op vriendelijkheid”, zegt hij vanuit zijn kleermakerszit. „Jezelf een vriendelijke wens toesturen. Bij velen werkt het goed om dat te laten stromen op de ademhaling. Bij het inademen zeg je in gedachten ’moge ik’ en bij het uitademen bijvoorbeeld ’vrede ervaren’. Probeer maar. In: moge ik… en uit: vrede ervaren…”
De meeste deelnemers zitten kaarsrecht op, een enkeling wiegt zachtjes heen en weer. Frits Koster straalt een en al kalmte uit. „Deze week hoef je alleen maar te observeren”, zegt hij. „En wat je ook tegenkomt – het is oké.”
Één reactie op ““De geest zuiveren, daar gaat het om””
ik ben er sprakeloos van…..